Hemelgat

Stadsweetje #27: Het hemelgat in de St. Joriskerk

In de (late) middeleeuwen verliepen heilige missen in de Katholieke Kerk nogal anders dan in latere tijd. Vooral rond Hemelvaart en Pinksteren vergaapten kerkbezoekers zich aan een ‘Hemelgat.’

RITUELEN – De fraaie St. Joriskerk, oudste van de stad, werd in 1248 ingewijd als parochiekerk. In de middeleeuwen was het geloof katholiek, andere smaken waren er niet. Dat veranderde later pas met de komst van Luther en Calvijn. De kerk zorgde voor structuur en troost voor de gelovigen in een vaak moeilijke tijd. Belangrijke rituelen rond doop, huwelijk en begrafenis hoorden daarbij.

In de kerk was het ook een komen en gaan van passanten, er stonden maar liefst 30 altaren van toenmalige Gilden en voorname families. De meeste mensen waren analfabeet, daarom waren de kerkmuren versierd met een bonte stoet aan Bijbelse voorstellingen. Een vorm van aanschouwelijk onderwijs, zo kon men vertrouwd raken en blijven met de Heilige Schrift en de christelijke moraal.

HEMELGAT – Sommige kerken zoals de St. Joriskerk, hebben een zogenaamd Hemelgat. Dat speelde een wel heel bijzondere rol: het werd vroeger gebruikt om Bijbelverhalen uit te beelden. Dit gat valt in de kerk nauwelijks op, maar halverwege de middenbeuk is dat in het gewelf te zien. Het is afgedekt met een houten luik.

Op Hemelvaartsdag takelde men tijdens de heilige mis een houten Christusbeeld op en deze verdween door het gat in de hemel, zo leek het. De mensen konden Jezus dus met eigen ogen zien opstijgen. Er wordt wel gezegd dat men met Pinksteren zelfs een koppel witte duiven door dit gat de kerk liet invliegen, als symbool van het neerdalen van de Heilige Geest. Een vorm van volksvermaak, jazeker, maar ook bedoeld om indruk te maken en kerkbezoekers te imponeren.