Het springen der kleine kerk

Stadsweetje #23: Ontploffing van de ‘Kleine Kerk’

Eind 18e eeuw maakte ons land roerige tijden door. Patriotten eisten meer inspraak en Prinsgezinden steunden de zwakke stadhouder Willem V. Deze moest vanwege het tumult Holland verlaten en week met zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen uit naar Nijmegen. Hij kwam in 1787 ook regelmatig in het prinsgezinde en strategisch gelegen Amersfoort om te bedenken hoe hij kon terugkeren naar Den Haag. Hij verbleef in het sjieke Huis met de Paarse Ruitjes van zijn trouwe vriend en tabakshandelaar Benjamin Cohen. Die steunde hem ook financieel, maar woonde zelf inmiddels in Amsterdam. De komst van Willem V bleef niet zonder gevolgen.

KLEINE KERK – De stadhouder kwam met een legertje. Van het stadsbestuur mocht hij de Onze Lieve Vrouwekerk tijdelijk gebruiken als wapenopslag. Deze kerk was ooit fameus door het Mariamirakel dat van Amersfoort een prominente pelgrimsstad had gemaakt. Met de giften van de pelgrims kon de stad de monumentale Onze Lieve Vrouwetoren bouwen. Maar in de protestantse tijd had de kerk sterk aan betekenis ingeboet. Al in de tijd dat beide kerken katholiek waren, heette in de Onze Lieve Vrouwekerk in de volksmond de ‘Kleine Kerk’ en werd de St. Joriskerk de ‘Grote Kerk’ genoemd.

BUSKRUIT – Naast opslag vulde men er echter ook bommen en granaten met buskruit. Op 2 augustus 1787 (‘Bloedige Donderdag’) ging het mis. De Kerk ontplofte nadat een soldaat ermee had zitten rommelen. Met rampzalige gevolgen: de kerk veranderde in een ruïne. De schade voor de omgeving bleef enigszins beperkt omdat de explosie vooral via het houten dak in de lucht verdween. Maar de paniek was groot; tenminste negen personen kwamen om, en er waren vele gewonden. Gelukkig  was alleen de werkvoorraad munitie ontploft en niet de 160 vaatjes buskruit die er ook nog lagen. Dat was waarschijnlijk de redding voor de toren, al zal ook hebben meegespeeld dat de toren los stond van de Kerk. Alleen via de kerkzolder zat deze aan de kerk vast.

NASLEEP – De stadhouder kon datzelfde jaar terugkeren naar het Binnenhof, nadat de koning van Pruisen en broer van Wilhelmina de Patriotten had verjaagd. Verder werd er lang getwist over de vraag ‘wie gaat dit betalen’? Er kwam geen oplossing, dus besloot men pas na 22 jaar, in 1809 om de restanten af te breken. Sinds 1857 is het terrein als markt- en horecaplein in gebruik, met de bloemenmarkt op vrijdag. In de bestrating van het Onze Lieve Vrouwekerkhof zien we nog met donkergrijze steentjes waar de kerk precies gestaan heeft. Maar de Toren staat nog altijd overeind!