Stadsweetje #25: Wolvenplaag van 1592
WEINIG LAST – De wolf is ‘terug van weggeweest’ op de Utrechtse Heuvelrug, en dat is niet onopgemerkt gebleven. Gaat dat wel samen, mens en wolf? Tot in de 16e eeuw leken ze weinig last van elkaar te hebben. Wolven hielden zich op in de omvangrijke bosgebieden, en deden zich te goed aan herten en ander klein wild. Mensen hielden hun runderen en schapen dichtbij hun nederzettingen en zo had ieder zijn eigen domein.
KLEINE IJSTIJD – Daarna veranderde dat. Door de ‘Kleine IJstijd’ mislukten oogsten vaker en ook was het de tijd van de Tachtigjarige oorlog. Er was meer voedsel nodig, en daarmee ruimte voor landbouw. Tegelijkertijd trokken roedels wolven richting de Lage Landen en Amersfoort en ze hadden het daarbij steeds vaker gemunt op schapen en runderen. Na een strenge winter brak in 1592 rond Amersfoort een serieuze wolvenplaag uit. Om het tij te keren riep het stadsbestuur op tot een klopjacht op ‘het verslindend ongedierte’.
JACHTRECHT – De ging bepaald niet zachtzinnig. Zo jaagde het voetvolk de wolven op naar grote netten, die als een fuik tussen de bomen waren gespannen. Daar stonden de jagers klaar om ze te doden. Of men groef diepe kuilen met puntige spijlen die men afdekte of plaatsten een wolvenangel. Een pijnlijke dood voor de wolf. Dat ‘gewone’ boeren mee mochten op de jacht bewijst hoe ernstig men de situatie vond. Normaal gesproken was het jachtrecht een exclusief voorrecht voor de adel die ‘jagen’ als hobby uitoefende.
ZONDEBOK – Door alle ellende in die tijd ontstond sociale onrust en ging men op zoek naar zondebokken. Men legde een verband met hekserij en in Amersfoort werden zo’n 28 vrouwen én mannen daarvan verdacht. Tussen 1591 en 1595 werd een reeks van heksenprocessen in Amersfoort gevoerd. Dat leidde voor een hogere rechtbank in Utrecht tot veroordeling van zeker tien personen die de dood vonden door zelfmoord, verwurging of de brandstapel. Toen de welvaart vanaf 1600 weer groeide en mensen aan het werk konden, was het gelukkig gedaan met de heksenprocessen.
LAATSTE WILDE WOLF – Rond 1643 is nog één keer een grote klopjacht op wolven gehouden, maar daarna verdween de wolf langzaam maar zeker uit onze contreien. De klopjachten, de hoge premies voor gedode wolven en de boskap decimeerden wolvenstand. Als er dan nog eens een wolf werd gespot, dan was er altijd wel een landheer die op zijn paard sprong en de wolf ging bejagen. In Nederland werd de laatste wilde wolf in 1845 geschoten. Nu lijkt weer een nieuw hoofdstuk aangebroken…


