Stadsweetje #3: Armen de Poth – de eerste voedselbank van Amersfoort
In de wijk Kamp ligt het charmante woonhofje De Armen de Poth. Het waren de Heilige Geest- of Pothbroeders die rond 1525 dit terrein betrokken. Eerder huisden zij in de Langestraat, op de plek van de Lutherse Kerk.
VOEDSELBANK – De Pothbroeders runden de eerste voedselbank van de stad. Zij verstrekten etenswaren aan ‘arme thuiszitters’ in een pot, vandaar hun naam. Het geld kwam van rijke burgers die daarmee hoopten voor hun ziel een plekje in de hemel te ‘kopen’. De broederschap had ook eigen vermogen, door schenkingen en beleggingen.
De wekelijkse uitdelingen bestonden uit een tarwebrood van 1 kilo, een roggebrood van 2 kilo en een kwart kilo boter. In de winter ook turf. Je moest wel tot de allerarmsten behoren en de broeders kwamen eens in de zes weken op huisbezoek of je er wel echt recht op had.
UITDEELKAMER – In het hofje staan nog steeds de sfeervolle Rochuskapel en het monumentale hoofdgebouw, met bakkerij. Daar werden de broden gebakken: oven en schoorsteen werken nog steeds. In de naast liggende uitdeelkamer of in de kapel kregen de mensen hun voedsel. Dit is eeuwenlang doorgegaan. Rond 1600 verdween de naam Pothbroeders en sprak men van het College van Regenten.
De uitdelingen stopten definitief in 1975, maar regenten en bewoners doen nog wel aan symbolische uitdelingen. De voedselbanken hadden hun tijd gehad, zo leek het, maar men kon toen niet vermoeden dat deze vanaf begin deze eeuw weer in een grote behoefte zouden voorzien.
PEST – De Pothbroeders verpleegden ook pestlijders. Er was een Pesthuis voor de armen, en afzonderlijke huisjes voor de meer welgestelde patiënten. Men wist toen al dat isolatie nodig was om deze zeer besmettelijke ziekte in te dammen. Het terrein lag – destijds – aan de rand van de ommuurde stad.
De Celzusters deden een tijdje de verzorging. De overledenen werden rond de kapel begraven. De Amersfoortse archeologen hebben onlangs een in de 17e eeuw overleden meisje via gezichtsreconstructie weer tot leven gebracht bij hun Centrum aan de Westsingel (‘Aagje’).
WOONHOFJE – Men sloopte het Pesthuis in 1892, lang nadat de ‘zwarte dood’ voorbij was. Naast de al bestaande huisjes bouwde men meer huisjes bij, en deze bestemde men voor ouderen met een smalle beurs. Zo ontstond het huidige woonhofje in carrévorm, met 48 woningen. Met zijn lange geschiedenis is het één van de oudste hofjes van ons land.


